“Het is mijn droom om te toeren, op het podium te staan en muziek te spelen”
We dromen allemaal over onze toekomst. Over wie we willen zijn, wat we willen doen, waar we willen wonen of over de wereldreis die we willen maken. Vaak kunnen we die dromen ook uit laten komen, maar voor de in Iran opgegroeide en van Azerbeidzjaanse afkomst zijnde muzikant Mazis (spreek uit: Meezis) leek het bij een toekomstdroom te blijven. In Utrecht heeft hij nu toch de kans om deze uit te laten komen.
“Deze boom is interessant”, zegt Mazis. We zijn net in de Botanische Tuinen gaan zitten en hij kijkt naar een oude, klein gehouden wilg, waarvan de takken allemaal gesnoeid zijn. Hij geeft aan de boom niet te kennen, maar de Engelse naam ‘willow’ zegt hem wel wat. “Oh, die verdrietige, die haar haren in het water wast.”
“Zie je die vrouw die daar loopt?”, vraagt hij. “In Iran zou ze daar niet zo kunnen lopen, want mensen die de religieuze propaganda van het regime volgen, zouden haar bevelen kleren te dragen die volgens de islamitische regels geaccepteerd zijn”, zo probeert hij de onderdrukking in zijn thuisland uit te leggen. “Het leven daar is alsof jouw middelbare school bestuurd wordt door de grootste pestkoppen”, vervolgt hij. “Zij bepalen alles, helpen elkaar en hebben geen respect voor anderen.”
Mazis vertelt dat dit een groot, negatief effect op hem had. “Ik was mezelf, maar niet openlijk”, vertelt hij. “Ja, thuis, maar wat als je een muzikant bent? Dan wil je optreden en je verbinden met andere mensen.” Zijn reactie was verzet. Niet alleen tegen de autoritaire heersers die alles haten dat invloed kan hebben op het systeem, denk aan kunst, open gesprekken en kritiek, maar ook tegen de mensen die zeiden dat hij geen geld kon verdienen met zijn muziek. Mazis’ reactie: “Ik word muzikant. Fuck de overheid, de school. Ik doe wat ik wil.”
Zijn eerste band ontstond in Teheran, de hoofdstad van Iran. “Ik vind het erg leuk om verschillende geluiden te laten samenwerken”, vertelt Mazis. Daarom vroeg hij een aantal vrienden om zijn liedjes te oefenen en samen underground shows te spelen. “Bij het opnemen van mijn liedjes deed ik alles zelf, maar in een band doet iedereen zijn ding en hoef ik alleen maar te zingen en te springen”, zegt hij blij.
Op zijn eenentwintigste bracht Mazis zijn eerste album uit. Daarop liet hij duidelijk horen niet meer bang te zijn, zich niet meer te verbergen en sprak hij openlijk over het niet volgen van het leven dat het religieuze systeem voor hem in gedachten had. Dit werd goed ontvangen door gelijkgestemden, maar zorgde er ook voor dat hij in de gevangenis belandde. “Als tiener was ik misschien niet openlijk mezelf, maar later, terwijl ik de consequenties kende, koos ik ervoor om dapper te zijn”, vertelt Mazis. Hij betaalde daar de prijs voor. “Ik werd zo ernstig geïntimideerd dat mijn leven in gevaar was.”
“De mensen hier zijn aardig en willen mij een podium geven”
Mazis woont sinds de zomer van 2023 in een AZC in Utrecht. Hij ging meteen op zoek naar een piano om liedjes te schrijven. “In het vorige kamp kon dat niet, het was er te druk”, vertelt hij. Hij kreeg te horen dat er op donderdagavond een vrouw (Rian Evers, red.) zou komen om muziek te maken met de bewoners.
Hij bezoekt nu elke week de muziekavonden die Rian Evers samen met Jonás Bisquert en Loes van Hapert organiseert en maakt daar muziek. Hij ziet dat de andere bezoekers het fijn vinden om vertrouwde liedjes in hun eigen taal te horen, maar voor hem is dat moeilijk. “Deze liedjes brengen mij terug naar mijn jeugd en ik zie de pijn van mijn familie en vrienden weer”, legt hij uit. Toch blijft hij de avonden bezoeken. Mazis: “Het is een warme plek.”
“Mijn muziek is nooit om de muziek zelf gegaan”, zegt Mazis wanneer hij begint uit te leggen wat hij wil bereiken. Hij vertelt dat hij mensen op een zachte manier bewust wil maken van zijn persoonlijke ervaringen. Mazis weet goed wat hij uiteindelijk wil: “Het is mijn droom om te toeren, op het podium te staan en muziek te spelen.”
Hij krijgt daarvoor veel steun uit zijn omgeving. “De mensen hier zijn aardig en willen mij een podium geven”, vertelt hij met een lach op zijn gezicht. Hij kreeg bijvoorbeeld geld van Stichting De Vrolijkheid om een eigen studio te bouwen in een ingebouwde kast in het AZC, op voorwaarde dat hij deze ook samen met kinderen en andere muzikanten gebruikt.
Mazis weet wat hij wil en is voorzichtig op weg naar zijn doel, maar toch is zijn toekomst nog vooral onzeker. “Wat ik nu doe is als een grote ontdekkingstocht waarin ik nog niet overal het antwoord op heb gevonden”, relativeert hij. Eén ding weet hij wel zeker: “Ik hoop bij mensen te zijn waarvan ik houd.”
Dit artikel verscheen eerder bij 3voor12 Utrecht.