“Ik hield van alle vogels, maar als je de gierzwaluw leert kennen, al dat wonderlijks van dat beest leest, dan kun je niet anders dan van hem houden. Het zijn acrobaten in de lucht, knap, snel en lenig. Een droomvogel. Ik ben trots dat we deze vogel in onze stad hebben.
Zeven jaar geleden ben ik als vrijwilliger begonnen met het spotten van deze vogel in het stationsgebied. Overdag moet je ze niet zoeken, want dan zijn ze eten aan het zoeken in de lucht. Je vindt ze pas in de avond, wanneer ze naar bed gaan. Het nut hiervan is dat je weet waar de nesten zijn, zodat je deze kunt beschermen.
Dat is nodig, want gierzwaluwen zijn heel trouw als het op nesten aankomt. Ze vliegen elk jaar heen en weer tussen tropisch Afrika om te overwinteren en precies dezelfde plekjes in Utrecht om te broeden. Ze zijn dan drie maanden in onze stad, maar ik ga ze pas de laatste zes weken daarvan bekijken. Dan zijn ze de jongen aan het voeren. Behalve als het heel slecht weer is, want dan blijven ze in Parijs. De kleine gierzwaluwtjes kunnen gelukkig wel een paar dagen zonder hun ouders.”
* dit verhaal verscheen eerder op de Facebookpagina van CU2030