De Herbie Hancocks van de toekomst leerden er muziek maken van nieuwe Utrechters
Je zult maar moeten vluchten voor oorlog en geweld, getraumatiseerd zijn en vervolgens terechtkomen in een nieuw land waar jouw toekomst onduidelijk is. Gelukkig zijn er dan mensen zoals Jonás Bisquert die je helpen om je weer een beetje mens te laten voelen. Al meer dan tien jaar organiseert hij muziekavonden met bewoners van asielzoekerscentra in Utrecht. Zijn unieke aanpak is succesvol. De bewoners bloeien op, De Band Zonder Verblijfsvergunning werd landelijk bekend en een wereldberoemde jazzopleiding uit New York stuurde studenten richting Utrecht om van de bewoners te leren.
Foto’s door Mirel Masic – https://hallometmirel.nl/
Het is een donkere, regenachtige avond en we staan bij het voormalige Star Lodge Hotel aan de Biltsestraatweg dat nu een Asielzoekerscentrum is. Jonás appt dat hij wat later is. Niet lang daarna arriveert hij met twee andere muzikanten, Loes van Hapert en Dilshad Hasan. Samen met Rian Evers vormen zij MusicAZ@Utrecht (spreek uit: MusicAZCUtrecht), een collectief dat wekelijks muziekavonden organiseert met bewoners van AZC’s.
De avond begint in de gangen van het voormalige hotel. Loes loopt voorop, met een Ud onder haar arm, en begint spontaan een levendig gesprek in het Arabisch met een vrouw die de vloer aan het dweilen is. Deuren gaan voor haar open en ze nodigt de bewoners uit om naar de muziekavond te komen die plaatsvindt in een tijdelijk gebouw naast het pand.
Jonás vertelt dat het geen gemakkelijk werk is. “Mensen komen en gaan op deze locatie, hebben tijd nodig om aan ons te wennen en soms is er een conflict. Er speelt zoveel wat je niet kunt begrijpen.” Tijdens de avond zien we een vermoeid ogende, gebroken man die in de grote kring is gaan zitten. Het is Jonás blijkbaar ook opgevallen, want na een tijdje gaat hij met zijn gitaar ontspannen naast hem zitten.
Samen met de bewoners worden er liedjes uitgekozen. Een meisje van een jaar of veertien wil graag ‘Lemon Tree’ van Fools Garden zingen. Jonás lijkt het nummer niet goed te kennen, maar neemt het initiatief, luistert goed naar haar stem en begint haar voorzichtig muzikaal te begeleiden op gitaar.
“Ze waren heel streng en als je de les niet goed kende kreeg je straf”
De tijd nemen, aanwezig zijn, samen muziek maken, het lijkt allemaal natuurlijk voor hem. Jonás vertelt over drie momenten uit zijn leven die een belangrijke invloed hebben gehad op zijn aanpak. Zijn tijd op het conservatorium in Madrid, zijn Spaanse achtergrond en een project met de Nationale Opera.
Vanaf zijn achtste studeerde hij aan het conservatorium in Madrid, maar hij voelde zich daar snel ongemakkelijk. “Ze waren heel streng en als je de les niet goed kende kreeg je straf”, legt hij uit. Daarom stopte hij er op zijn elfde. Een oudere nicht, die alt-viool studeerde, was in die tijd een mentor voor hem en hielp hem om een spelletje van het leren te maken, het wat vriendelijker, toegankelijker te maken. Na twee jaar keerde hij weer terug op het conservatorium.
“Mensen hier vinden het ongemakkelijk als ik mijn hand op hun been leg”
Hij denkt ook dat zijn leven in Spanje hem helpt bij zijn werk. “Binnen de Spaanse cultuur maken we op een vergelijkbare manier contact als mensen uit het Midden-Oosten”, legt hij uit. “Je mag een hand op iemands schouder leggen wanneer je in gesprek bent bijvoorbeeld.” Lachend vervolgt hij: “Dat is iets wat ik in Nederland af moest leren. Mensen hier vinden het ongemakkelijk als ik mijn hand op hun been leg.”
In 2007 kwam hij via een project met de Nationale Opera in aanraking met muzikanten die gevlucht waren. Een ontmoeting met een beroemde zanger uit Azerbeidzjan raakte hem. “Met zijn muziek kon hij in Nederland geen geld verdienen en daarom werkt hij hier als automonteur”, vertelt Jonás. “Zo zonde, dat hij zijn carrière niet kon voortzetten.”
Deze ontmoeting plantte een zaadje. Jonás begon in 2011 met het bezoeken van AZC’s en daardoor leerde hij de werkelijkheid van zo’n centrum kennen. Een jaar later ontstond het initiatief voor een ouder-kind koor. “Uit zorg voor de getraumatiseerde kinderen”, legt hij uit.
“Tijdens de ouder-kind koor sessies ontdekten we dat kinderen de traditionele muziek van hun ouders door positieve ogen gingen bekijken”, vertelt Jonás. Hij is duidelijk over de toegevoegde waarde hiervan. “Ouders zijn trots dat ze de liedjes die zij van hun ouders hebben geleerd, mogen inzetten in een nieuwe omgeving.”
Jongeren en volwassen wilden vervolgens ook hun eigen muziek onderling gaan delen en zo zijn de wekelijkse muziekavonden ontstaan. “Nu zijn we gelukkig een breder team geworden”, zegt Jonás over de toenemende vraag. “Rian, Loes en Dilshad, ‘the usual suspects’, zijn elke week aanwezig.”
“We kregen veel geld voor een optreden op de Amsterdamse Zuidas, maar geen aandacht”
De Band Zonder Verblijfsvergunning ontstond in een periode dat er meerdere goede muzikanten tegelijkertijd in Utrecht verbleven. Onder andere Mohamad Alsamna, hoofdzanger van het Nationaal Palestijns Orkest, en darboekist Ibrahim Khano. “Hij speelt Darbuka als de hemel”, reageert Jonás enthousiast. “Beiden zijn van wereldklasse.”
De band was succesvol, toerde door het hele land en werd veel gevraagd voor optredens, toch was er ook teleurstelling. Jonás: “We kregen veel geld voor een optreden op de Amsterdamse Zuidas, maar geen aandacht. We waren achtergrondmuziek voor een borrel.”
Ze stopten uiteindelijk met dergelijke optredens en ook de naam van de band verdween voorgoed in de prullenbak. “Die benadrukte de status van de bandleden als migrant of asielzoeker, terwijl deze mensen graag als musicus worden gezien. Of gewoon als mens.”
“Conservatoria zijn op zoek naar excellentie en dat is wat wij doen in het AZC”
Er wordt nog wel in een informele omgeving opgetreden door de huidige deelnemers. MusicAZ@Utrecht en Stichting Het Wilde Westen organiseren samen concertavonden in de Cereolfabriek waar iedereen welkom is. Jonás over het belang voor de bewoners: “Ze krijgen erkenning en maken er contact met buurtbewoners, een eerste stap naar een lokaal netwerk.”
Conservatoria interesseren zich steeds meer voor het bijzondere werk van Jonás. Zelfs de Manhattan School of Music, waar de beste jazzers ter wereld, zoals Herbie Hancock, hun opleiding genoten, kwam op initiatief van het Conservatorium van Amsterdam langs. Studenten scherpten hun technische vaardigheden aan door er al musicerend kennis te maken met voor hen onbekende ritmes, toonladders, stemming en muzikale vorm.
Het Conservatorium van Amsterdam was zo onder de indruk dat ze nu jaarlijks studenten voor muzikaal veldwerk naar Utrecht sturen. Jonás: “Conservatoria zijn op zoek naar excellentie en dat is wat wij doen in het AZC.”
Dit artikel verscheen eerder bij 3voor12 Utrecht.